Kwam het einde van je relatie als donderslag bij heldere hemel of was het voor jou de kroniek van een aangekondigde dood?
Toen Julie Peter verliet, voelde zij zich al lang niet meer goed in de relatie terwijl hij nog hun gezamelijke vakantie aan het plannen was. “Onze relatie was gewoon op”, vertelt Julie, “ik hield van hem maar niet genoeg om mijn verder leven met hem te delen.”
Terwijl de wereld voor Peter instortte, kwam voor Julie de verademing… want eindelijk had zij de stap gezet. “Voor Peter had het niet zo hard hoeven aan te komen”, gaat Julie verder, “hij heeft niet eens gemerkt hoe ongelukkig ik was.”
Hoe weet je dat de taart zo goed als op is.
1. De omstandigheden zijn drastisch veranderd.
Een overlijden van iemand die je dierbaar is, veranderen van job, verhuizen en het einde van een relatie worden als meest stresserende momenten in een mensenleven aanzien.
Dergelijke momenten kunnen je relatie versterken of net in de problemen brengen. Ziekte en dood zorgen ervoor dat je grondig naar jezelf en naar je partner gaat kijken om naar ware gevoelens te zoeken.
Wat vind ik nu echt belangrijk en vind ik op momenten zoals deze steun van mijn partner die ik verwacht? Ook een nieuwe job werkt stresserend. Je moet je opnieuw open stellen voor werkwijzen en nieuwe mensen… en aangezien heel wat koppels mekaar op het werk leren kennen, kan dit diepgaande gevolgen hebben.
2. Je ziet mekaar minder en minder.
Je bent blij dat de ander weer even het appartement uit is. Je voelt je hoe langer hoe meer goed in je vel als je alleen bent of je verzint excuses om ergens alleen naar toe te kunnen gaan. Herken je de situatie… vraag jezelf af of je echt wil dat je van elkaar wegdrijft.
3. Je wil geen seks meer.
De gedachte dat je partner je aanraakt geeft je de kriebels… niet van genot maar van onverschilligheid of afschuw.
Je maakt ruzie, verzint van alles om toch maar niet samen te moeten gaan slapen. Van zodra je liever alleen op de stoel zit dan samen op de bank, vraag je je best af of je aanhankelijkheid en libido niet aan het wegsmelten zijn.
4. Je bent gestopt met ruziën.
Eerst heb je ruzie… je probeert bij een meningsverschil jouw standpunt in ietwat luidere bewoordingen duidelijk te maken. Op zich is dit niet slecht want jullie blijven communiceren.
Van zodra je niet meer ruziet, heb je de strijd opgegeven. Je wordt onverschillig omdat het je gewoon niet meer raakt.
5. De oogkleppen vallen af.
Heb je al eens een nieuwe wagen gekocht? Als je uitkijkt naar een nieuwe auto, dan zie je overal types en modellen. Heb je er eenmaal een gekocht, dan verzwakt je aandacht langzamerhand en kijk je na verloop van tijd niet meer rond.
Hetzelfde geldt voor verliefdheid: aanvankelijk ben je zo verliefd dat je de andere aantrekkelijke mensen niet meer ziet, gewoon omdat je toegewijd en gelukkig bent. Maar eenmaal de verliefdheid vermindert, begin je opnieuw rond te kijken. De oogkleppen vallen af en overal verschijnen opnieuw leuk uitziende mensen.
6. Jullie praten minder.
Er is net iets leuks of engs gebeurd: je hebt promotie gekregen op het werk, je kreeg een compliment van een vriend of je hebt net gehoord dat je dochter een bijzonder goede leerling is, aan wie ga je dan dit nieuws vertellen?
We gaan van nature hetgeen ons het meeste raakt toevertrouwen aan de persoon met wie we ons het meest verbonden voelen. Is dit niet je partner, dan ben je niet meer elkaars nummers één.
7. Eén van jullie gaat vreemd.
Als dan niet ontdekte ontrouw kan de liefdesboot sneller doen zinken. Als jij de schuldige bent die niet betrapt werd, heb je de ondeugende kant bevredigd zonder dat de wereld verging.
Tegelijk voel je je misschien schuldig of ga je je partner anders gaan bekijken. De speciale band tussen jullie verdwijnt.
8. Je staat als stel op een keerpunt.
Terwijl iedereen zich afvraagt wanneer jullie gaan samenwonen, trouwen of een huis gaan kopen, lijkt het dat één van beiden de volgende stap in de relatie niet kan of wil zetten. Ga na waarom dit zo is? Heeft de andere twijfels en zo ja aan wat? In een relatie die goed zit, lijkt alles als het ware vanzelf te gaan, zonder vragen of twijfels. Het is alsof alles natuurlijk in mekaar overvloeit.
9. Je ergert je aan alles wat je partner doet.
Alles wat je vroeger leek toen je nog verliefd was, heeft ineens zijn charme verloren. Die scheve tand vond je vroeger zo schattig, nu vind je hem storend.
Je tolerantieniveau smelt weg en de drang om je op te winden over dingen die je vroeger onbenullig zou vinden, wordt sterker dan jezelf.
10. De mensen denken steeds dat je single bent.
Iemand die bezet is, mag er nog zo verleidelijk uitzien… het is alsof iedereen door heeft, dat een versierpoging onbegonnen werk is. Je straalt uit dat je gelukkig samen bent en niemand hier tussen kan komen.
Besluit je daarentegen dat een slippertje wel kan, dan staat er geheid iemand plots voor je neus.